Een serene rust heerst in Zorgatelier Eindhoven. Acht mannen en vrouwen zijn geconcentreerd aan het schilderen of maken mozaïeken. Eén ding hebben zij gemeen: hersenletsel opgelopen als gevolg van ziekte of een ongeval.
“Welkom in ons tweede huis”, zegt een vrouw in een rolstoel. Dat tekent volgens Niels Vrijken en Margot Bleijenberg, respectievelijk eigenaar en begeleidster van het atelier, hoe de deelnemers denken over deze vorm van dagbesteding.
Magnolia
“Hier doe ik mijn sociale contacten op”, zegt een 77-jarige man die al vele jaren lijdt aan de ziekte van Parkinson, terwijl hij rustig doorwerkt aan een schilderij van een magnolia in bloei. Eén dag per week komt hij vanuit zijn woonplaats Waalre met een taxi naar het atelier aan de Godfriedstraat in Eindhoven, om te schilderen en met lotgenoten te spreken.
Het Zorgatelier is een van de 25 kleine instellingen die zich in 2014 hebben verenigd in ZorgCoöperatie Brabant. Samen bieden zij een brede waaier aan zorg, van woonbegeleiding van jonge autisten tot dagbesteding voor dementerenden. Van zorgboerderij of kwekerij tot hulp voor mensen met psychische of verslavingsproblemen. Samen bedienen de 25 aanbieders 650 cliënten die wonen in oostelijk Brabant en noord-Limburg. Met het oog op de overgang van zorgtaken van Rijk en provincie naar gemeenten in 2015 besloten de kleine instellingen samen een vuist te maken om zo sterker te staan in onderhandelingen over contracten.
Onder druk
Het certificaat kan helpen bij de contractbesprekingen met gemeenten, hoopt Martin van de Runstraat. Die staan onder druk omdat veel gemeenten geld tekort komen op zorg die wordt verleend op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Zij willen daarom wieden in het aantal zorgaanbieders en schroeven de tarieven naar beneden.
Zorgatelier Eindhoven heeft cliënten uit twaalf gemeenten rondom Eindhoven. Vrijken is blij dat hij zich op zijn werk kan concentreren en zelf geen onderhandelingen met deze gemeenten hoeft te voeren. ,,Dat doet de coöperatie voor mij.”
Zelf maakt hij zich niet al te druk over de financiën. ,,Ik zorg ervoor dat ik hier goede schildersdoeken en goede verf heb.” Ook op de lunch, elke dag een mooi gezamenlijk moment voor cliënten, weigert hij te beknibbelen. ,,Het moet hier gewoon gezellig zijn. Ik stel me altijd voor: wat zou ik willen als ik in dezelfde situatie zit?”